BALI

Bali heeft ruim 4 miljoen inwoners, van wie 90% hindoe, overige moslim en christen.

Een groot deel van de bevolking is afhankelijk van het toerisme.

Het gemiddelde inkomen binnen het toerisme is 120 euro per maand. Een gezin met 2 kinderen heeft minimaal 150 euro per maand nodig voor voedsel en huisvesting.  Geen werk, geen inkomen. Er is momenteel een grote toestroom gaande van mensen  vanaf de andere eilanden die op Bali aan het werk willen. Dit veroorzaakt een grote druk op de beschikbare huisvesting, iets wat de prijzen in met name de steden alleen maar omhoog drijft.

Het basisonderwijs is sinds korte tijd gratis. Evenals de SMP, van 12-15 jaar. Dat geldt voor de staatsscholen waar het onderwijs van slechte kwaliteit is en waar voor schooluniformen en boeken nog wel steeds betaald moet worden. Voor de betere scholen, met name rondom Denpasar, zijn hierdoor lange wachtlijsten ontstaan.

Het toerisme concentreert zich voornamelijk in het zuidwesten van Bali. Daarbuiten wordt het schaarse inkomen meestal verdiend met landbouw en/of visserij.
Oost-Bali is zeer arm. Na de laatste grote vulkaanuitbarstingen is 76% van het oppervlak ongeschikt om rijst te verbouwen, met als gevolg te eenzijdige voeding in de vorm van cassave. Cassave doet een aanval op de jodiumreserve in de schildklier waardoor kinderen nauwelijks groeien en met name vrouwen boven de 50 jaar ernstige gezondheidsproblemen krijgen.   
 
Goed nieuws voor Oost-Bali is er ook. Momenteel worden zoveel mogelijk dorpjes aangesloten op waterleiding en worden met name tyfus en huidaandoeningen steeds minder aangetroffen. 

Er is ook slecht nieuws voor Bali: de opkomst van HIV+/Aids. Door gebrekkige seksuele voorlichting en de heersende taboes over dit onderwerp heeft het zich sluipend kunnen uitbreiden. Niet alleen in de steden, maar ook op het platteland. Behandeling is mogelijk in het algemene ziekenhuis in Denpasar, maar om eerdergenoemde redenen komen mensen vaak te laat. De gevolgen voor hen zijn vaak fataal. Bovendien laten ze vaak besmette kinderen achter die vervolgens door de familie verstoten worden.  Vanuit de overheid worden nu wel wat voorlichtingscampagnes opgezet en een aantal lokale stichtingen houdt zich er aarzelend mee bezig, maar het zal nog lange tijd vergen voordat dit een bespreekbaar onderwerp is en de taboes verdwenen zullen zijn.